Minstens 56 gemeenten geven hun bijstandsgerechtigden de kans een kleine onderneming op te zetten. Zo verdient de zelfstandige zelf zijn bijstand bij elkaar. Dat scheelt op het bijstandsbudget.

Noem het een win-winsituatie: ­gemeenten die vastgelopen bijstandsgerechtigden helpen met het opstarten van een eigen deeltijdbedrijfje. Dat kan een kapperszaak zijn, een yogastudio of hoveniersbedrijf. Uit een rondgang van Trouw blijkt dat zo’n traject inmiddels in minstens 56 gemeenten mogelijk is, waaronder in bijna alle grote steden. Die hebben daarmee een nieuwe manier gevonden om mensen uit de bijstand te krijgen.

Vier jaar geleden was het ‘parttime ondernemen in de bijstand’ nog bijna nergens mogelijk, maar de opkomst is goed te verklaren. Gemeenten hebben er financieel baat bij. Alles wat de ondernemer verdient met zijn zaak, verrekent hij met de sociale dienst. Die bespaart daarmee op de bijstandsuitgaven. De zelfstandige wordt er niet rijker van, maar krijgt er wel veel gemeentelijke hulp voor terug. Bijvoorbeeld met een klantenanalyse, het maken van een bedrijfsplan en met de financiën.

Dat leidt tot uitstroom. Jaarlijks weet zo’n 15 tot 20 procent van de deelnemers in de regio Zwolle de bijstand te ontvluchten, meldt het Regionaal bureau zelfstandigen ­aldaar. In totaal zitten er zo’n 170 mensen in het programma. Eigenlijk willen meer mensen meedoen, maar er is een wachtlijst. In Zwolle is niet genoeg begeleiding, nu de animo zo groot is.

Gemiddeld 78.500 euro aan uitkeringen bespaard

Groningen zag de laatste twee jaar zeventig mensen uit de bijstand stromen via het traject. “Zij hadden dan genoeg inkomsten uit hun ­bedrijf, of gingen alsnog in loondienst”, zegt een woordvoerder van verantwoordelijk wethouder Mattias Gijsbertsen. Daar mogen mensen alleen deelnemen als ze langer dan twee jaar in de bijstand zitten. “De ervaring leert dat ze er anders nog vaak op eigen kracht uitkomen.”

Het lijkt raar dat dit bijstandsei van Columbus niet eerder in zwang raakte. Maar bij wet is er simpelweg niets geregeld voor deeltijdondernemers onder bijstandsniveau. Volgens het wetboek heeft iemand óf recht op een bijstandsuitkering, óf is hij ondernemer. Een ondernemer die minder dan twintig uur per week werkt, zal dus nooit bijstand ontvangen. Tenzij een gemeente daar een speciale verordening voor aanneemt, iets wat de laatste jaren dus overal in het land is gebeurd.

Daarbij helpt het dat Divosa, de landelijke vereniging voor sociale diensten, sinds een paar jaar reclame maakt voor het bijstandstraject. Dat begon na een pilot onder tien gemeenten in 2015, die toen goed uitpakte. Bekijk de kosten-batenanalyse van de deelnemers Den Bosch, Zwolle en Assen. Gemiddeld hadden die in die beginsituatie 58 zelfstandige ondernemers in de bijstand, en gemiddeld bespaarden die zelfstandigen hun gemeente toen 78.500 euro aan uitkeringskosten.

Het leven is al ingewikkeld genoeg

Dan is er ook nog maatschappelijke winst, ziet Bob de Levita van adviesbureau RadarAdvies. Het traject spreekt een groep aan die al lang in de bijstand zit, zegt hij. Mensen die om wat voor reden dan ook moeite hebben om in loondienst aan de slag te gaan. “En hoe langer je niet gewerkt hebt, hoe kleiner de kans dat een werkgever je nog aanneemt”, zegt hij. “Dit geeft deze mensen laagdrempelig de kans om weer geld te verdienen met iets dat ze leuk vinden.”

De Bredase Erna Smeekens praat vol vuur over het hervonden geluk van de ondernemende bijstandsgerechtigden die ze begeleidt. “Je kunt deze mensen niet blijer maken dan door ze zelf weer wat te laten verdienen. Eindelijk hoeven ze op verjaardagen niet meer te verdedigen waarom ze niet werken.”

Toch is niet elke sociale dienst even enthousiast, zegt Divosa-woordvoerder Jos Stuart. “Je moet er wel mankracht voor vrijmaken. Maandelijks controleren of de facturen kloppen, inschatten of een ­bedrijf wel levensvatbaar is.”

Dat maandelijks moeten verrekenen van de winst vindt ook Smeekens uit Breda onzin. De door haar opgezette coöperaties van zelfstandigen hoeven dit maar één keer per jaar te doen, zo wist ze bij sommige gemeenten te bedingen. “Het leven van deze mensen is immers al ingewikkeld genoeg.”

Wie zijn die ondernemers in de bijstand? Twee voorbeelden

Mahmod Alkharat (25), maakt zakelijke portretten na drie jaar in de bijstand: Zo’n vier maanden bestaat het fotografiebedrijf van Mahmod Alkharat (25) uit Groningen inmiddels. Daarvoor zat hij drie jaar in de bijstand, maar dat ­betekent niet dat hij al die tijd op de bank zat, zegt lachend. “Ik zei tegen mezelf: ik wil eerst de Nederlandse taal leren, en dan een diploma halen.” Vier jaar geleden vluchtte hij uit ­Syrië. Inmiddels is hij de taal genoeg machtig om het interview in het Nederlands te doen. Naast de taallessen organiseerde hij de afgelopen jaren meerdere exposities met vluchtelingen door heel het land.

Het doet hem goed weer aan de slag te zijn, en hij hoopt straks genoeg klandizie te hebben om uit de bijstand te stromen. “Of ik gelijk al genoeg klanten heb? Het gaat best goed. Ik fotografeer nu vooral voor zakelijke doeleinden, portretten voor op LinkedIn bijvoorbeeld. In Syrië deed ik vooral fotoshoots voor artiesten, maar daarvoor moet je eerst een netwerk opbouwen en dat duurt even.”

Inge Dekkers (49), begint een cateringbedrijf na zes jaar in de bijstand: Vooral chili con carne bereidt ze graag voor groepen. “Maar ­eigenlijk ben ik wel thuis in ­elke keuken, ik kan bijna alles klaarmaken”, zegt Inge Dekkers. Binnenkort start ze vanuit de bijstand met een eigen cateringbedrijfje. Koken voor groepen van dertig man, aan die aantallen moet je denken. Ze heeft er alle vertrouwen in: “Ik heb eerder in de horeca gewerkt. Het is vooral belangrijk dat je een beetje creatief bent, lekkere hapjes in elkaar kunt zetten.” Zo verdient ze als het ware haar eigen bijstand bij elkaar.

Voor iemand als zij is dit deeltijd ondernemen een uitkomst, legt ze uit. Dat komt doordat ze zelf haar werktijden kan bepalen. “Als ik nu in loondienst zou moeten voor twintig uur per week, zou ik direct weer een burn-out krijgen. Dat is eerder misgegaan en ook de reden dat ik zes jaar geleden in de bijstand belandde. Ik kan niet wachten om weer te beginnen.”

Bron Trouw 16 augustus 2019